De dood, ophef en gedichtjes.

MarnixAmsterdam©
4 min readOct 14, 2017

--

Vorige week stond voor veel mensen in het teken van de dood van dat ene meisje. Ik zag rouw en verbijstering en woede in talloze gedaantes, en het was maar al te duidelijk dat het gebeurde velen heeft geraakt.

Logisch.

Toch gaat ons gevoel over de dood van anderen nooit echt over hen: het draait in de praktijk alleen maar om onszelf en ons ongemak, in welke vorm dan ook. Iemand die er niet meer is zal weinig hebben aan ons verdriet en goedbedoelde fotocollages, denk ik zo, terwijl wij, de achterblijvers, nog heel lang kunnen zitten met zeeën van onbegrip, gemis, twijfel en vooral angst.

Want dat is natuurlijk écht het ding: de angst.

We zijn intens bang voor het raadsel der raadsels, het einde waarvan we niet weten wat het precies inhoudt (en of het eigenlijk wel het einde ís).

Dat grote, galmende, zwarte niks.

We wensen iemand die gestorven is rust toe, maar willen dat het liefst voor onszelf. Het plotseling weer onmiskenbare, niet te ontkennen feit dat we allemaal aftakelen en in een lichaam wonen dat er zomaar mee kan stoppen, al dan niet door geweld, raakt ons dieper dan wat ook.

De dood is onbegrijpelijk, ongrijpbaar en onbevattelijk, de ultieme verrassing, maar niet op een manier die we over het algemeen als prettig ervaren.

Eigenlijk is waar we bang voor zijn trouwens niet eens zozeer de dood (want als er daarna niks meer is maakt het niet uit, en als er wél iets is, zou dat best heel spannend of mooi kunnen zijn), maar meer het einde van ons leven.

Het idee dat wij er op een dag niet meer zijn, in onze geliefde gedaante van botten en huid en spieren, is lastig te accepteren. Ook al zijn we ons daar tegen die tijd waarschijnlijk zelf niet eens bewust van.

Iemand die overlijdt of plompverloren vermoord wordt, schudt soms stevig aan onze zorgvuldig opgebouwde opvattingen over zekerheid en controle. En in dit geval was het niet alleen het idee dat ieder meisje veilig over straat zou moeten kunnen in Nederland, maar ook de onuitgesproken wens dat iedereen een reële straf krijgt voor zijn daden, en het daarna nooit meer doet.

Een compleet bouwwerk van rechtvaardigheid en vertrouwen, werd in één klap vermorzeld door die ene gruwelijke gebeurtenis, waarvan we de ontknoping allemaal konden volgen. Zodat we niet alleen geconfronteerd werden met onze eigen kwetsbaarheid, maar ook met die van onze naasten.

Overigens is het niet per se de gruwelijke willekeur waarmee Anne van het leven beroofd werd of de gedachte dat het voorkomen had kunnen worden die ons zo schokt: het gaat ook om het feit dat het letterlijk ons buurmeisje had kunnen zijn, onze dochter, jouw zus.

Iemand uit ons dorp, een jonge vrouw waar we ooit in de trein naast hadden kunnen zitten, of die we hadden kunnen volgen op social media.

In onze verbeelding komt het daardoor heel, héél dichtbij, en dat is voornamelijk waar het vorige week om draaide. Niet het feit of de daad op zich, als je het eerlijk en van een afstandje bekijkt.

De meeste mensen weten namelijk niet eens dat er in Brazilië en Colombia en El Salvador (om maar een paar landen te noemen) elke dag tientallen meisjes het leven laten door geweld, en als dat ooit al in onze perfect aangeharkte mediabubbel aan bod komt, raakt het ons heel veel minder.

Want als het om de dood gaat zijn we nu eenmaal vrij opportunistisch.

Het is an sich niet het feit dat of hoe iemand overlijdt; het gaat erom in hoeverre we ons betrokken of dichtbij wanen, zelfs als we hem of haar niet persoonlijk kennen. Het gaat erom hoe WIJ ons voelen, het is ONS ongemak. En dat was vorige week vrij duidelijk te zien.

Wat me overigens ook weer opviel maar inmiddels weinig meer verbaast, helaas, waren de vele binnenbrandjes en loopgravenoorlogen die meteen ontstonden. Een vrij kwalijke tendens, als je het mij vraagt.

Keer op keer als we collectief geraakt worden door een heftige gebeurtenis, zorgt de manier waarop wij stuk voor stuk anders naar het leven kijken (en vooral het feit dat we dat steeds vergeten), onze individuele ideeën over goed en slecht, voor een shitload aan polarisatie, woede en haat.

De rook is nog niet opgetrokken of we weten al hoe de vork in de steel zit, hoe het anders had moeten lopen, en wie of wat moet veranderen of van de aardbodem verdwijnen. Slechts heel zelden blijft het bij verbroedering of begrip, slechts heel af en toe lijkt het of we er even massaal genoeg van hebben, omdat de persoonlijke agenda’s direct worden getrokken.

Al een paar jaar voel ik me niet meer geroepen me publiekelijk te bemoeien met aanslagen, folklore-gevechten, ongelijkheidsoorlogen of uitspraken van een diep gestoorde man die president van de VS is geworden terwijl we aan het slaapwandelen waren. Ik heb er soms wel een mening over, maar die vind ik niet langer belangrijk genoeg om met hand en tand te verdedigen.

Er zijn genoeg mensen bereid hun met bloed, zweet en tranen opgespaarde argumenten als brandbommen van het gelijk over de heg te flikkeren, dus dat kan ik met een gerust hart aan anderen overlaten.

Doe ik ondertussen de gedichtjes.

Sommige mensen worden daar rustig van; de rest vindt altijd wel weer nieuwe ophef.

.

--

--

MarnixAmsterdam©
MarnixAmsterdam©

Written by MarnixAmsterdam©

Marnix Pauwels. Author. Transformative Coach. Slowly getting to the place he never left. Exploring awe. How about simplicity?

Responses (1)