De mier, de vlinder, en de ophef.

MarnixAmsterdam©
7 min readApr 22, 2018

--

Foto: Noah Silliman @noahsilliman via Unsplash

De afgelopen dagen was er op twitter wat ophef over een van mijn aanstaande boeken. Ik was niet van plan daar ook maar één woord aan vuil te maken omdat er geen enkele reden is me voor wát dan ook te verantwoorden of te schamen, maar er is iets dat veel belangrijker is dan Marnix dat hier in het gedrang komt.

Vandaar alsnog deze post.

Heel even over de aanleiding van de beschuldigingen en aanvallen:

Ik heb een fabel geschreven over een mier (doe ik overigens al ruim 5 jaar)… en dat heeft iemand anders al eerder gedaan.

Ik ben dus niet de eerste.

En dat mag niet, vinden sommige mensen op twitter.

Er IS al een fabel over een mier.

Daarom ben ik volgens bepaalde figuren een ranzige dief, een gemakzuchtige imitator, iemand die teert op andermans ideeën, en vooral gewoon een enorme klootzak die eens flink aangepakt moet worden.

GESLOOPT, zelfs.

(Extra aandoenlijk was trouwens het triomfantelijke ‘We hebben hem eindelijk te pakken!’-gevoel dat uit de mentions walmde. Alsof een hardnekkige journalist jarenlang undercover mijn duistere verleden heeft onderzocht en met een ENORM stinkend, wereldschokkend geheim kwam… terwijl ik al járen in alle openheid mijn fabels schrijf en eens in de zes maanden een discussietje voer met iemand die zijn vinger opsteekt en zegt dat het lijkt op iets van een andere schrijver, waarna dat ook weer wegpruttelt).

Goed, oké.

Kijk, in 2013 noemde ik Tellegen zelf al argeloos.

Het alleenrecht.

Laten we even heel helder en feitelijk naar het verwijt kijken, en kijken wat er gebeurt als we dat wat breder trekken.

Want tillen we de criteria die worden gehanteerd om mij inktzwart te maken naar andere genres dan fabels, dan zie je vanzelf hoe belachelijk het is.

  • Dan zou er maar één kinderboek over een ondeugend poesje, grappig beertje of stout hondje mogen gaan.
  • Dan mocht er maar één schrijver een boek publiceren over een onmogelijke romance tijdens WO2.
  • Dan kan er maar één marketingboek bestaan dat succes belooft op basis van een aantal stappen.
  • Dan zou er in de categorie thrillers maar ruimte zijn voor één eigenwijze agent of solo-opererende speurneus.
  • Dan zou er slechts plek zijn voor één dichtbundel over de liefde.

Met andere woorden: iemand zou het alleenrecht kunnen hebben op een bepaald onderwerp in een bepaald genre.

Serieus?

De grootste ‘pech’ die ik heb is dat er tegenwoordig zó weinig fabels geschreven worden, dat het alleen daardoor meteen lijkt alsof er iets gejat of overgenomen is.

In dit geval een verhaal over een mier.

Inderdaad: Toon Tellegen schrijft onder andere over een mier (en vreselijk mooi ook).

Dus?

Dus dan zou ik dat automatisch niet meer mogen doen?

De mier is daarmee uitgesloten van gebruik door een andere schrijver?

Oh, en ik had zeker ook niet mogen kiezen voor een snoek, eekhoorn, rups, uil, duizendpoot, das, karper, vos, slang, walvis of tientallen andere dieren, simpelweg omdat Tellegen die al gebruikt in een van zijn boeken?

‘Er ís al een boek over een mier.’

Een argument van nul komma nul.

En nu komen we vanzelf bij de kern van dit gedoe.

Waar het écht over gaat.

De haatcampagne op twitter van vrijdag gaat natuurlijk helemaal niet over het feit dat ik een fabel heb geschreven over een mier: het gaat puur over mij.

De onversneden valsheid over mijn aanstaande boek verraadt de chronische minachting die een paar mensen al jaren voor mij koesteren, en de giftige gretigheid waarmee de heksenjacht wordt omarmd en leven in geblazen, staat niet in relatie tot het nieuwe boek, maar laat gewoon zien dat er een heleboel mensen zijn die mij willen beschadigen.

Het was er kennelijk het moment voor.

Persoonlijk doet het me geen reet, zover ben ik inmiddels wel in mijn leven, en ik heb er dan ook letterlijk mijn schouders over opgehaald.

Ik ken immers de motivatie achter wat ik schrijf, ik weet waarom ik doe wat ik doe, en er is niets achterbaks of dubieus aan.

Mijn integriteit staat niet ter discussie, omdat ik daar simpelweg zelf bij aanwezig ben en dus als geen ander weet wat mijn beweegredenen zijn.

Er is mij letterlijk niets te verwijten.

En daar gaat deze post in essentie ook niet over.

De énige echte reden voor dit specifieke blog is het alarmerende idee dat iemand met een diepe persoonlijke haat jegens mij plus een leger bloeddorstige volgers, uit het niets een probleem jegens een ander kan scheppen. Want als je zó je best doet om iemand zwart te maken (en die campagne loopt trouwens al langer maar is nu nogal geëscaleerd), forceer je vanzelf een ‘Waar rook is, is vuur’-idee.

Het is in feite een vorm van fake news.

En daar is eigenlijk niet goed op te reageren.

Probeer je het te pareren, dan ben je gewoon een leugenaar of ontkenner, en geef je alsnog toe dat je fout zit. Bovendien heb je dan een dagtaak aan het beantwoorden van lompe, eenzijdige mentions.

Doe je niks dan is dat meteen verdacht (‘Hij gaat een confrontatie uit de weg!’).

En ook alles ertussenin gooit olie op het vuur.

Zie je hoe gevaarlijk en cruciaal dit is? De grote bekken hebben zogenaamd een punt, niet omdat ze een punt hebben, maar vanwege hun grote bek.

De lompheid en agressie worden een substituut voor de werkelijkheid, en in zo’n sfeer van schuim rond de mondhoeken en bloeddoorlopen ogen, is niemand meer in staat helder te luisteren en te oordelen.

Daarom heb ik ook niet meteen gereageerd: ik weet uit jarenlange ervaring dat als er een sfeer van enorme onrust en verwijt heerst, niemand open genoeg is om iets anders te horen of te zien dan de emotionele tendens van het moment.

Kunnen we gewoon niet.

Als onbewust mens zijn we nu eenmaal slachtoffer van onze buien, en als we middenin woede of frustratie of paniek of zelfgenoegzaamheid zitten, is dat hoe we de wereld zien: totaal bevooroordeeld en gekleurd.

Lynchpartij.

Wat me oprecht zorgen baart als teken van deze tijd in combinatie met een digitaal platform als twitter, is de snel oplaaiende sfeer van een kennelijk welkome lynchpartij, het gemak waarmee mensen uit het niets uiterst agressief en beledigend samenklonteren en reageren, de enorme lawine van leedvermaak en het totale gebrek aan helder bewustzijn.

Ik móet kapot, en omdat flink wat mensen me kennelijk toch al niet kunnen uitstaan (‘Met je softe kutgedichten!’), was dit een uitgelezen mogelijkheid om dat project met gelijkgestemden op te pakken en lekker samen te gaan doen.

Nogmaals: het raakt me niet. Het raakt MIJ niet. Nul.

Dit hele gedoe zegt -weet ik inmiddels als geen ander- niets over mij en juist alles over de mensen die zich veilig aansluiten bij de schreeuwende meute en willen meedoen aan het community bashen en zich verkneukelen om het feit ‘dat ik helemaal gesloopt wordt!’.

Dat zijn overigens nooit blije en evenwichtige en gelukkige mensen.

Dus: boeien. Zelfs een beetje zielig.

Dit is een duidelijke escalatie.

Juist omdat ik de afgelopen tijd niet meer reageerde op de aantijgingen, de kinderachtige imitaties en de provocaties, is het nu uit de hand gelopen.

Niet-reageren is de meest effectieve stap die je kunt zetten als je te maken hebt met uit de hand gelopen, persoonlijke vendetta’s van mensen die zich tot tegenstander verklaard hebben.

En tóch laat ik nu van me horen. Waarom?

Ik heb vrijdag en gisteren een beetje nagedacht over wat de beste en meest bij mij passende reactie is op dit bizarre, totaal onredelijke en in zekere zin ook wel fascinerende haatcircus.

Eigenlijk had ik enorm veel heerlijke vrede met het laten voor wat het is en lekker m’n eigen plan trekken, omdat elk beetje energie dat ik erin zou steken zonde is, en vooral veel te veel eer voor de aanstichters (dus die krijgen ze bij dezen van me: doe er wat leuks mee jongens, fapfapfap).

Maar het knaagde tóch.

Niet voor mij, op zich, maar in het algemeen.

Want het mag gewoon niet zo zijn dat mensen beschadigd raken zonder kans op een eerlijk weerwoord omdat er nu eenmaal anderen zijn die genoeg troepen weten te mobiliseren en manipuleren om iemand te smoren in agressie, verwijt en beschuldiging.

Het mag niet bestaan dat schreeuwen, vloeken, schelden en beledigen de schijn van redelijke argumentatie of bewijsvoering wekken, laat staan het nieuwe wapen worden om de realiteit mee te manipuleren, monden te snoeren, reputaties te breken, en een spoor van vermorzelde levens achter te laten.

Het mag niet gebeuren dat mensen met een mislukt, onvervuld kutleven hun chronische onvermogen daar iets aan te veranderen, projecteren op anderen die ervoor gekozen hebben uit de klagerige slachtofferrol te kruipen en iets positiefs te gaan doen met hun bestaan op aarde.

En daarom schreef ik dit.

Ook al weet ik dat er natuurlijk mensen zullen zijn die hier weer een draai aan geven, die het zien als verkapte mea culpa, die mijn woorden zullen lezen zoals zij dat graag willen en dus bevestigd worden in hun haat en afgunst.

Prima.

Dat soort gevoelens roep ik al jaren op, en ik ben er inmiddels aan gewend.

Ik kom er wel, want ik was er al.

Dus maak je om mij vooral geen zorgen.

Het idee dat anderen kunnen bepalen hoe ik me voel of gedraag of reageer, dat ik me laat beknotten door kleinzielige geesten en fantasieloze meelopers, heb ik allang achter me gelaten.

Ooit liet ik me nog overrompelen door al die boosheid en verwijten en arrogantie en angst; nu haal ik mijn schouders erover op.

Of mijn vleugels.

Want nu ben ik een vlinder met een missie.

Fucking wen er maar aan.

.

--

--

MarnixAmsterdam©
MarnixAmsterdam©

Written by MarnixAmsterdam©

Marnix Pauwels. Author. Transformative Coach. Slowly getting to the place he never left. Exploring awe. How about simplicity?

Responses (2)