Het verhaal van het verdwenen meisje.
Vanmorgen stond ik bij de bakker op de markt.
Het is een heel populaire kraam met mooie producten, dus ik ga er altijd behoorlijk vroeg heen, en het was nog ruim voor negenen.
De markt kwam voortvarend op gang in de frisse ochtend. Niet alle kramen waren al opgetuigd, maar ik moest al keurig op mijn beurt wachten terwijl ik hongerig alle verse broden en broodjes en taartjes inspecteerde.
Op een gegeven moment mocht ik mijn lijstje doen, en nadat ik was begonnen met bestellen, en een van de vele zaterdaghulpen in hoog tempo rondliep om mijn broden en broodjes te verzamelen, ontstond er enige commotie.
Een van de wat oudere dames die werken in de kraam, verliet haar plek en liep de markt op.
Tegen haar collega die mij hielp en de oudere vrouw lachend vroeg of ze al naar huis ging, zei ze dat een klant zijn kind ineens niet meer kon vinden.
Een jong meisje, verdwenen op een doorsnee zaterdagochtend in juni.
Het was nét gebeurd.
De onrust sloeg over op de kraam en iedereen die er in de buurt stond.
En ik voelde het ook, in één klap: een steen in mijn maag, een eindeloze, angstige echo die uit het niets opkwam en onheilspellend bleef galmen.
Als vader heb ik regelmatig in deze ongewisse situatie verkeerd, in de late herfst als het buiten donker en nat was, en mijn jonge dochter en haar fiets er niet waren op de afgesproken tijd. Plotselinge, spontane visioenen van ontvoering, groezelige busjes met gestoorde mannen, of te hard rijdende auto’s met woest zwiepende ruitenwissers die haar niet zagen tijdens het oversteken.
Van neutraal naar horror in 10 seconden.
Alleen was het nooit de werkelijkheid die mij zo angstig maakte, maar het scenario in mijn hoofd.
Want je ervaart altijd alleen maar je gedachten.
Altijd.
Je voelt wat je denkt, en verder niets.
Je voelt niet de file, niet de buurman, niet de regen.
En ook niet je kind dat weg of te laat is.
Je ervaart in elke seconde van je leven altijd alleen maar dat wat er zich op dat moment in je hoofd afspeelt, de gedachten die spontaan opkomen en moeiteloos en razendsnel vertaald worden naar gevoelens.
Of het nou ergernis of angst is, woede of schaamte: het is altijd het resultaat van je gedachten in het moment, bewust of ónbewust.
Het non-stop denken en analyseren en overal commentaar op geven (iets wat volkomen vanzelf gaat en je niet kunt stoppen), is de filter en de dirigent van de ervaring, en de verspreider van zintuiglijke sensaties.
We voelen wat we denken, en we voelen ook echt alléén maar wat we denken.
Zonder interpretatie van de situatie, zonder mening erover, zonder ideeën als ‘Het had anders moeten zijn dan het is’, zou je geen emoties hebben, nooit.
Emoties zijn onveranderlijk het resultaat van ons denken over de wereld, niet van wat zich wérkelijk om ons heen afspeelt.
Wat je voelt is niet wat er buiten jou gebeurt, maar hoe je gebeurtenissen (volautomatisch) vertaalt naar een fysieke ervaring.
En dat is veel beter nieuws dan je je wellicht realiseert.
Want het betekent dat je wat buiten jou gebeurt ook niet hoeft te veranderen om je veilig of oké te voelen: je ervaring is immers 100% een inside job.
Je voelt alleen maar je denken in het moment, en wat je denkt gaat vanzelf.
En als je weet dat elke ervaring nooit het rechtstreekse effect is van de situatie (de regen, iemand kijkt je streng aan, harde muziek bij de buren, de toespraak die je volgende week moet geven), maar je gedáchten erover die tot leven worden gewekt in je lijf via je zintuigen, en je weet dat gedachten altijd komen en ook weer gaan… dan kun je ontspannen.
Want waarom zou je vechten tegen het resultaat van een idee dat je niet zelf hebt gecreëerd?
Waarom zou je uit alle macht verlost willen worden van iets waarvan je weet dat het vanzelf weer verdwijnt, helemáál als je het met rust laat?
Denken gaat vanzelf, en dus gaat voelen ook vanzelf.
Het is veel onpersoonlijker dan je ooit hebt vermoed.
En als je dat weet, waarom zou het dan nog een punt zijn?
Je hoeft in principe niets buiten jezelf meer te veranderen of weg te krijgen om je beter te voelen — alhoewel je er ook voor kunt kiezen dat wél te doen, maar daar heb je dan geen angst voor nodig, geen stress, geen opgefoktheid.
Je hoeft niet meer bang te zijn voor anderen, voor de toekomst, voor geld, het verleden, collega’s, de recessie, ziektes, voor wat dan ook.
Want anderen, de toekomst, geld, het verleden, collega’s, de recessie en ziektes, hebben niet het vermogen jou wat voor gevoel dan ook te bezorgen.
Je doet het zelf, je máákt het zelf, onbewust maar niet ongemerkt.
En als je weet dat wat je voelt in jou ontstaat en alleen maar daar, als je weet dat wat je voelt een persoonlijke weerspiegeling is van wat er op dat moment door je hoofd gaat over de omstandigheden, dan hoef je niet meer te vechten tegen de schijnbare veroorzaker.
In je achterhoofd weet je dan dat de storm vanzelf gaat liggen, óók als de situatie zelf niet verandert, omdat je weet dat het denken zal veranderen.
Je begrijpt diep van binnen dat het vanzelf weer voorbij gaat, zelfs als het op dat moment voelt alsof het nooit zal verdwijnen.
Je weet dat je niet alles hoeft te veranderen om de ervaring te veranderen of zó te krijgen dat jij er mee kunt leven, maar je weet ook dat áls je iets wil wijzigen, je dat met een helderder hoofd kunt doen, omdat je minder gevangen bent in je onrustige, verwarrende gedachten.
Let wel: het betekent niet dat gevoelens onbelangrijk zijn of dat je ze uit alle macht onder controle moet krijgen of vermijden; het gaat erom dat je je ten diepste realiseert dat je gevoelens niet door de buitenwereld veroorzaakt worden.
Op termijn zorgt dat voor meer rust, meer ruimte, meer helderheid (betere beslissingen) en meer autonomie.
Je hoeft niet langer continu uit angst of frustratie of onrust je omstandigheden te beheersen en ‘ideaal’ te krijgen, omdat ze überhaupt al niet de bepalende factor zijn voor wat je voelt.
Nooit.
En wees vooral niet bang dat het je ongevoelig maakt of je menselijkheid van je afneemt, of dat je niet meer begaan mag zijn met anderen en overal kalm en neutraal op moet reageren: steeds beter begrijpen hoe de menselijke ervaring werkt, betekent simpelweg veel en veel minder drama.
Minder emoties die je niet dienen, en méér rust, liefde, begrip, en vertrouwen.
Meer zelfvertrouwen, meer kalmte, meer tevredenheid, meer creativiteit.
Niet de werkelijkheid.
Je ervaart altijd alleen maar je denken, en deze ochtend, toen we hoorden dat een vader zijn kind zocht op de markt, gingen de gedachten die we hadden met ons aan de haal.
De aanwezige vaders en moeders en opa’s en oma’s voelden de situatie op hun eigen, persoonlijke manier, maar allemaal met een zekere ongerustheid.
Maar het kwam duidelijk niet door wat er letterlijk speelde, want ik zag ook een paar mensen die duidelijk onaangedaan en nogal gelaten wachtten op hun beurt en totáál geen last hadden van wat de rest zo bezighield.
Het kwam door wij erover dachten, het verhaal in ons hoofd, op dat moment.
Het was alleen dát, alleen het denken aan wat er zou kunnen gebeuren met een vermist kind, de empathie die je logischerwijs wat eerder voelt als ouder, de plotselinge steen in je maag van angst om de mogelijke grootsheid en bruutheid en absluutheid van een verdwijning.
Het was de mógelijkheid, niet de werkelijkheid.
Na twee minuten kwam de vader, die steeds harder en wanhopiger was gaan roepen over de markt, terug, samen met zijn kleine blonde dochter die zijn hand vasthield en volkomen ontspannen was.
Ze at een banaan, want die was ze even ergens gaan halen.
En terwijl de mensen rond de kraam massaal opgelucht waren over de ontknoping van dit kleine drama (dat nog geen vier minuten had geduurd), en de spanning oploste in de ochtendlucht, dacht ik terug aan de massale paniek van vlak daarvoor.
Fuck, wat leek dát weer echt.
(Heb je een druk hoofd? Ben je volkomen overgeleverd aan wat zich om je heen afspeelt, of word je regelmatig onderuit gebeukt door woest oplaaiende emoties, angsten en buien? Kijk op www.marnix.nl)
.