Mediteren, poepen of met de kat spelen.
Je Zelf ontdekken kan altijd en overal.
Een flink aantal jaar geleden deed ik mijn eerste pogingen.
Ik was chronisch onrustig en boos (alhoewel dat laatste me destijds nooit zo opviel omdat het volkomen normaal voor me was).
Ik was ontevreden en ongeduldig (daarom dronk en blowde ik zo veel).
En ik had zó belachelijk veel schreeuwende gedachten dat het soms leek of er meer denken was dan ik, alsof mijn leven volledig in het teken stond van alles wat er door mijn hoofd ging, alsof ik wanneer ik wakker was letterlijk geen seconde kon ontsnappen aan het mentale vuurwerk in mijn hoofd.
Ik werd er fucking gestoord van.
Dus ik begon met mediteren, en later mindfulness (wat eigenlijk hetzelfde is maar dan in een iets moderner en minder esoterisch jasje).
Ik kocht boeken (John Kabat-Zinn natuurlijk, en Thich Nhat Hanh, en nog een paar vertaalde Vietnamezen of Tibetanen) en een meditatiekussen.
En ik ging zitten en begon, en begon wel hónderd keer opnieuw.
Soms deed ik het een paar weken aan één stuk en met heel veel discipline; af en toe met een jaar of twee, drie ertussen.
Soms ‘lukte’ het, meestal niet of maar matig.
Met een beetje geluk werd ik wat rustiger (en dan was het geslaagd, hoera!), maar vaak werd de drukte in mijn hoofd alleen maar schrijnender, veroordelender, en lastiger te ontwijken.
Soms kon ik een half uur of zelfs drie kwartier zitten of liggen; maar meestal werd ik na tien minuten gillend gek en ging ik met een bezwaard gemoed (‘Loser! Dit kun je óók al niet!’) naar de Gall & Gall.
Want dat lukte altijd.
En dan stopte ik weer, schopte woedend het kussen onder de bank en vergat mijn pogingen om verlicht of in elk geval een beetje relaxed te raken.
Het is tussen ons nooit echt wat geworden.
Mediteren is prima.
De laatste jaren is meditatie een serieus ding geworden dat min of meer losstaat van de oorspronkelijke functie, dat óf wordt overdreven, óf totaal onderschat.
Het is onderdeel van een lifestyle (of ‘mindstyle’, las ik ergens), een manier om te laten zien dat je spiritueel aan het werk bent, een bewijs van je bereidheid om iets over jezelf te leren en een activiteit die zich prima leent voor sfeervolle Instagramplaatjes.
Het is een mainstream activiteit om je beter te voelen en een laagdrempelige manier om op zoek te gaan naar verdieping in het leven.
Maar het is óók iets wat je kennelijk min of meer op topniveau kunt beoefenen, in tochtige kloosters tussen de vaak wat humorloze, bloedserieuze kralendragers.
En dat is allemaal helemaal oké.
Mediteren is prima.
Maar het hóeft niet.
Meditatie is geen doel en hooguit een middel.
Het is gewoon een kennismaking met je gedachten (en met een beetje geluk de ontdekking van wie er wérkelijk getuige van is).
That’s it.
Het geeft je de kans misschien wel voor het eerst ooit kennis te maken met de ongelooflijke tyfusherrie in je kop, die je meestal voor lief neemt en zelfs normaal vindt omdat je niet beter weet, tót je er een keer naar gaat kijken en ontdekt wat voor liederlijke waanzin er non-stop voorbij komt denderen.
Maar meditatie of mindfulness gaat je niet per se gelukkiger maken, niet compassievoller, en meestal ook niet rustiger (want je wil niet weten hoe vaak ik mensen zie die na een tijdje niet meer zonder kunnen, en knetter geagiteerd raken als ze een dagje niet kunnen zitten).
En het gaat je al helemáál geen ‘beter mens’ maken.
Hoe dan?!
Geen prestatie.
Meditatie is een praktische manier om naarbinnen te gaan en nieuwsgierig rond te kijken, en tegelijkertijd is het juist ook groter worden dan jezelf en dat leuterende brein, en ervaren wat er gebeurt als je uit de mentale molen stapt.
Het is onderzoeken, en het is zíjn zonder doel.
Het is stilvallen in de herrie die je normaal zo serieus neemt.
En dat kun je in feite de hele dag door, waar en wanneer dan ook doen.
Ook zonder formele beoefening, of zelfs helemaal zonder het meditatie te noemen.
Als je de hond uitlaat, of met de kat speelt.
Onder de douche.
Tijdens het piano spelen.
Op de fiets, in de auto, in de tram of de bus, het vliegtuig of de trein (mits je niet met je foon zit te kloten).
Als je door het overweldigende herfstbos wandelt, maar ook op de roltrap van de Bijenkorf.
In de lift.
Tijdens de afwas.
Terwijl je aan het poepen bent.
Of tijdens het vliegeren.
En het hoeft niet lang te duren; maak er vooral geen prestatie van.
Een minuutje is helemaal prima.
Tien minuten niet beter.
En voor een half uur verdien je ook geen medaille.
Sterker nog: wees vooral niet bezig met de duur van de handeling.
Want het heeft niets te maken met afzien of beter worden.
Het gaat er niet om dat je ergens anders terecht komt (in een andere staat van zijn, bijvoorbeeld), maar juist ontdekt waar je bént.
Wát je bent.
En als je dat eenmaal weer weet, hoef je het nooit meer te zoeken.
Rustig aan!
(Ben je chronisch onrustig en ontevreden en perfectionistisch? Word je gestoord van de herrie in je kop, van alles wat je moet, van je eigen kritiek? Ik coach het er met liefde uit. Kijk voor meer info op www.marnix.nl)
.